Nette mensen en slechts een paar rotte appels

De Roemenen en Bulgaren die na 1 januari naar Nederland komen, hebben maar één ding voor ogen: werken. En om te werken, moet er wel werk zijn. Het werk dat er is, ligt bijvoorbeeld bij de tuinders. Zij staan te popelen om Roemenen en Bulgaren binnen te halen. De smaakvolle Hollandse aardbeien zouden niet bestaan zonder Midden- en Oost-Europese-landers. Projecten om werkloze Nederlanders de kassen in te krijgen, zijn vrijwel allemaal genadeloos mislukt. Het is hard en geestdodend werk, voor een minimaal loontje.

Een ondernemer wenst goede en gemotiveerde werknemers, niet per se goedkope. Gemotiveerd: de Zuidoost-Europeaan die duizenden kilometers heeft afgelegd om hier te werken en bijna tien keer meer verdient dan in het thuisland. Niet gemotiveerd: Nederlandse werklozen die bijna hetzelfde bedrag op hun rekening gestort krijgen als ze thuis niets doen en alleen komen opdagen om hun uitkering te behouden.

Een uitgewrongen land
Als de Roemenen en Bulgaren niet onze portemonnees stelen, zijn het wel onze baantjes. Daar zijn geen concrete bewijzen voor, maar het bekt wel lekker. Dat er in de thuislanden maar twintig miljoen Roemenen en zeven miljoen Bulgaren zijn, tegenover 38 miljoen Polen in Polen, wordt voor het gemak vergeten. Evenals de exodus die sinds enkele jaren in Roemenië plaatsvindt, waardoor meer dan twee miljoen inwoners al zijn vertrokken. De meesten die weg wilden, zijn waarschijnlijk al geëmigreerd. Het land is uitgewrongen, laag- én hoogopgeleide werknemers zijn naar het Westen getrokken, en nu moet Roemenië zelf op zoek naar gekwalificeerd personeel.

Dat er toch Bulgaren en Roemenen zijn die de weg naar Nederland zullen vinden, staat echter buiten kijf. Het is zwaar om te emigreren, om familie en vrienden achter te laten, maar het is ook zwaar om te blijven hangen in een land waar corrupte directeuren en politici de rijkdommen verdelen. Nederland is een mooi land – en ondanks alle berichtgeving, is het ook een gastvrij land. De Roemenen en Bulgaren zien beide kanten. Ze zullen gebruik maken van de gastvrijheid, maar zich wel koest houden, net zoals de Polen dat deden en doen. Je merkt dat ze er zijn, omdat je de busjes ziet rijden en ze, ver na vijf uur, bleek van het harde werken door de supermarkt struinen op zoek naar bier en eten.

Vieze woorden, vieze volken
Echt grote overlast blijft uit. Dat wordt voornamelijk verzorgd door de bendes uit Polen, Litouwen, Bulgarije en Roemenië. Zij moeten hard aangepakt worden door de staat. Diezelfde overheid lijkt de afgelopen weken pas na te denken over de Roemenen en Bulgaren. Dat is iets waar ze zeven jaar geleden mee hadden moeten beginnen, zodat schijnconstructies, oneerlijke concurrentie en uitbuiting nu ver teruggedrongen of zelfs verdwenen zouden zijn.

Een grote toename in criminaliteit valt waarschijnlijk niet te verwachten. Louche zaakjes van roof en prostitutie worden reeds uitgevoerd in Nederland. Daar heeft de verandering van 1 januari niets mee te maken. De Roemenen en Bulgaren die dan komen, willen werken. Werken voor thuis, voor een beter leven, voor een beter imago. Door de recente ontwikkelingen zijn ‘Bulgaren’ en ‘Roemenen’ bijkans synoniem geworden voor plebs en dieven. Vieze woorden, vieze volken. Ondanks de problemen die de nieuwe stroom arbeidsmigratie oplevert, ondanks de economische crisis, is het bijna een zegen dat wij Nederlanders straks geconfronteerd worden met een Roemeen of Bulgaar die hier is om iets van zijn of haar leven te maken. Aardige Bulgaren en hartelijke Roemenen. Diep van binnen weten we allemaal wel dat elk volk bestaat uit nette mensen en slechts een paar rotte appels.

Dit stuk is eerder gepubliceerd in Trouw en op de website van deze krant.

IIk schreef dit op

Wil je dit verhaal delen met je vrienden? Dat kan bijvoorbeeld op Facebook of Twitter. Of lekker mobiel met Whatsapp.

romans: of de oleander de winter overleeft - de verovering van vlaanderen - a27 - verdwenen grenzen

© 2005 - 2024, Stefan Popa